Kom en zing

Kom en zing

Kom en zing, stamp en spring,
klap in je handen.
Het is tof, superfijn,
dat je een kind van God mag zijn.

Kom en zing, stamp en spring,
klap in je handen.
Het is tof, superfijn,
dat je een kind van God mag zijn.

Mijn buik zit vol met kriebels,
ze vliegen heen en weer.
Ik sta niet stil, ik wiebel
en spring wat op en neer.
Ik ben ontzettend vrolijk,
gelukkig en zo blij.
‘k Wil iedereen vertellen:
Jezus is een vriend van mij.

Kom en zing, stamp en spring,
klap in je handen.
Het is tof, superfijn,
dat je een kind van God mag zijn.

Kom en zing, stamp en spring,
klap in je handen.
Het is tof, superfijn,
dat je een kind van God mag zijn.